Roeien op de Donau: niet voor watjes

De Donau was rustig, breed, amper scheepvaart en fijne strandjes om aan te leggen voor de lunch en om de ledematen even te laten rusten. Zo was het vorig jaar en zo zou het dit jaar ook weer zijn. Dachten we. Maar niets bleek minder waar. 
De Donau laat dit jaar zijn andere gezicht zien. Als gevolg van wekenlange regenval is het water gestegen tot grote hoogte. Zo’n grote hoogte dat het onverantwoord is om de eerste etappe van de tocht, van Novi-Sad naar Belgrado, te roeien. De betonning is door het hoge water nauwelijks te zien, er drijven hele boomstammen in het water en aanleggen is vrijwel onmogelijk. Ook de superbehulpzame coach van de plaatselijke roeivereniging is van mening dat roeien onder deze omstandigheden eigenlijk niet verantwoord is. In elk geval geldt er voor de leden van de vereniging een roeiverbod voor roeien op de Donau. 
Dat is voor de groep die op vrijdag voor de eerste etappe was aangekomen in Novi Sad: Nico, Rutger Jan, Amaranta, Claudia en Maria, natuurlijk een flinke domper. 
We besluiten om het een paar dagen aan te zien en niet eerder dan vanuit Belgrado te gaan roeien. En om op zaterdag dan maar een sportieve wandeling te gaan maken in de bergen. Hoe moeilijk kan zo’n bergwandelingetje nou helemaal zijn. Nou, heel moeilijk als je eigenlijk naar Servië bent gekomen om te roeien, sneakers of makkelijke schoenen niet hetzelfde zijn als wandelschoenen en vooral als je geen idee hebt of je een bestaande wandelroute volgt en zo ja hoe lang die route eigenlijk is. Na vijf uur berg op en berg af weten we eigenlijk niet meer zo goed of roeien op de hoge Donau misschien toch niet verstandiger was geweest. (foto)
Op maandag in Belgrado kan er gelukkig even worden geroeid. Hoewel het water nog steeds ver boven het gemiddelde waterpeil staat verloopt het oefentochtje in Belgrado probleemloos en besluiten we de tocht door te laten gaan. Op maandagavond voegen Jan en Heleen zich bij de groep en met de komst van Andries, Jacomine en René op dinsdag is de groep compleet. 
Woensdag is de Donau dan eindelijk klaar voor ons. In twee stevige C4-en starten we onze vijfdaagse tocht van Belgrado naar Tekija. Zo’n 210 km laten we ons meevoeren op de stroom van de Donau, manoeuvrerend tussen losgeslagen takkenbossen, boomstammen en zelfs een dood varken. 
( foto) De traag stromende rivier verandert geregeld in een fors klotsende grote plas water. In plaats van op relaxte strandjes eten we onze boterhammen noodgedwongen op in de boot. Gelukkig zijn er echter ook gastvrije vissers die ons koffie en zelf gebrouwen drankjes aanbieden op hun terras (foto) of een uitnodigende achtertuin van een vriendelijk echtpaar dat een paar centen bijverdient met koffie zetten voor vermoeide roeiers. 
’S avonds staan er altijd wel weer heerlijke visjes op het menu die zwemmen in ruim voldoende wijn en slapen we in lekkere bedden in luxe of eenvoudige onderkomens. 
De dagen leiden als vanzelf naar zondag, de apotheose: de IJzeren poort, hoogtepunt van deze Donaureis. De IJzeren Poort is een kloofdal van de Donau. De rivier scheidt hier de Karpaten en het Balkangebergte. Het zijn versmallingen in de Donau waar de rivier met kracht doorheen stroomt. ( foto) Aan weerszijden rijzen enorme rotswanden op. Een adembenemend mooie natuur. 
Een toeristische topattractie ook, wat leidt tot een wirwar van toeristen(speed) bootjes. De golfslag is fors en noodzaakt tot geregeld hozen. En last but not least, er varen ook nog driebaks duwschepen. De natuur is hier spectaculair, het water echter ook. 

We worstelen ons door drie “ijzeren poorten” en ervaren hoe belangrijk de kracht van een team is.   
Eindelijk aangekomen in Tekija, eindbestemming van de tocht, blijkt de ijzeren poort voor ons ook een beetje een hellepoort te zijn geweest. Een spectaculaire en prachtige hellepoort, dat dan weer wel. 
Nadat de adrenaline weer tot een enigszins hanteerbaar niveau is gezakt moeten we nog voor een laatste keer aan de bak. Gabor uit Boedapest is gearriveerd met de botenwagen, de boten moeten worden opgeladen en er staat ons nog een ritje van ruim drie uur terug naar Belgrado te wachten. 
Uiteindelijk zitten we ’s avonds allemaal ongedeerd, trots en nog een beetje nadeinend aan ons laatste avondmaal. We proosten op de engeltjes op onze schouders, op de mooie dagen die we met elkaar hebben doorgebracht en beloven elkaar plechtig eeuwige genegenheid. Of zoiets. 

En het bleef nog lang onrustig in Belgrado.



Share by: